vrijdag 18 maart 2011

STUKJE HAARLEMMERMEERSPOORLIJN IN MODEL


INLEIDING

Welkom, beste lezer.

Ik heb iets met industriële archeologie, in het bijzonder een stukje geschiedenis van de spoorwegen.
Ik wil graag zo'n verdwenen object weer tot leven brengen in de vorm van een modelspoorbaan.
Het fascineert mij dat de door mij gekozen spoorweg op de bodem van een meer reed.
Een meer, dat vroeger de plek waar ik nu woon, tijdens stormen regelmatig overstroomde.

Een van de spoorse objecten die verdwenen zijn en die volgens mij historisch van groot belang is, is de Haarlemmermeerspoorlijn.
Ik heb naast eigen opnamen in goed vertrouwen gebruik gemaakt van beeldmateriaal dat op internet beschikbaar was.
Ik heb geprobeerd zoveel mogelijk zorgvuldig de bronnen te vermelden.
Ik heb nog niet van alles de bron kunnen vaststellen, maar werk er gestaag aan.
Mocht iemand menen dat ik copyright schend, dan verzoek ik diegene contact met mij op te nemen, ik zal het dan uiteraard corrigeren.

Klik op de foto's om ze te vergroten.

ACHTERGROND
Nederland ligt aan de monding van twee belangrijke Europeese rivieren: de Maas en de Rijn.
Aan de westkant ligt de Noordzee.
Het is daardoor voor een groot deel een alluviale delta met meren, moerassen en veengronden.
 
Een kaart van Noord-Holland uit begin 17e eeuw: Aanzienlijk meer water dan tegenwoordig. Bron: Tremaezini 1620.
 
 
Een groot deel van West-Nederland ligt beneden zeeniveau, op dit kaartje weergegeven in blauw.
Bron: Rijkswaterstaat Actueel Hoogtebestand
De vorm van Nederland is in de loop der eeuwen veranderd door overstromingen en stormen.


Zo zou Nederland er uit zien als we geen dijken en polders hadden.
De Nederlanders moesten door de eeuwen heen hun nederzettingen beschermen tegen de elementen, zo zijn dijken en polders deel van onze cultuur geworden.



GESCHIEDENIS NIEUW SLOTEN
Veenmoerassen


Ik woon in Nieuw-Sloten, in de Sloterpolder, een deel van Nederland dat onder water zou staan als er geen dijken waren.
Het stadsdeel Nieuw-Sloten in het Zuid-Westen van Amsterdam bestaat pas sinds begin jaren 80 van de vorige eeuw.
Ik woon op de bodem van het voormalige Slotermeer, ongeveer 4 meter onder zeeniveau, nu de Sloterpolder. 
Het 'Slootermeer' is in 1644 drooggevallen.
Het gebied ligt tussen de Haarlemmermeer en Amsterdam.


Het dorpje Sloten bestond al in de middeleeuwen.
Nieuw-Sloten ligt er tegenaan bij het eindpunt van tram lijn 2.
Zeer gunstig gelegen: vlakbij Schiphol, Snelweg A4, A9 en A10.
Bron: Google maps


De Molen van Sloten, gezien vanaf de Ringvaart.
Links Badhoevedorp, rechts Sloten.
Bron: onbekend
 
Nieuw Sloten in de jaren 80: Het einde van een tuinderstijdperk.
Kassen werden afgebroken en de grond bouwrijp gemaakt.
 
 
 
 

Wanneer je vanaf de A4 Nieuw Sloten binnenrijdt, kom je langs dit opmerkelijke kunstwerk: "De Vlindermolen".
Het is een schepping van Herman Makkink (1937). (De kunstenaar die bekendheid verwierf, doordat Stanley Kubrick in de film A Clockwork Orange  het beeld  The Giant Rocking Penis van hem gebruikte).


Rond het jaar 1000 was de omgeving van wat nu Amsterdam is, net als een groot deel van Holland, een veenmoeras waar nauwelijks mensen woonden. Het was een verzameling meren en (schier)eilanden die boven het waterniveau uitstaken.
Vanaf de tiende eeuw werden deze gebieden langzamerhand in cultuur gebracht en werden ook de eerste dorpen gesticht.


Veenmoerassen ingepolderd


Het land ten westen van waar nu de Schinkel en Kostverlorenvaart liggen werd vanuit het Westen (Kennemerland) gekoloniseerd.
Het dorpje 'Sloten' is zo'n twee eeuwen ouder dan Amsterdam. De oudste vermelding dateert uit 1063, toen er sprake was van een kapel te 'Sloton' aan de zuidwestpunt van de Slootermeer.
Rond 1175 werd het dorp verplaatst naar een hogere plek aan de huidige Sloterweg, maar op de oorspronkelijke plek bleef nog eeuwenlang het 'Out Kerkhoff' of "oude kerkhof" liggen.

De Sloterpolder is de naam van de grootste polder in de vroegere gemeente Sloten.
Het gebied tussen Amsterdam en Haarlem werd in de 10e tot 13e eeuw in cultuur gebracht en in het begin van 17e eeuw ingericht tot polder.
Na aanleg van de Haarlemmervaart in 1632 werd de Sloterpolder door drie poldermolens bemalen. In 1674 fuseerde de Sloterpolder met de kleine Middelveldsche Polder, sindsdien was de officiële naam 'Sloter en Middelveldsche Gecombineerde Polders'.

De Sloterpolder werd begrensd door de Haarlemmervaart, Kostverlorenvaart, Sloterweg, Slimmenweg en de Uitweg.
De Uitweg bestaat niet meer en liep globaal van de Haarlemmerweg naar de Osdorperweg ongeveer waar tegenwoordig de Slotermeerlaan en President Allendelaan liggen.
Belangrijke waterwegen in de polder waren de nog steeds bestaande Slotervaart en de Molenwetering, die lag ongeveer waar nu de Westlandgracht ligt. Bron: Wikipedia.

De Sloterweg ligt op een dijk en liep vroeger als een tamelijk rechte weg van Sloten in Oostelijke richting tot de Overtoom.
Tegenwoordig is dat tracé onderbroken door o.a. de spoordijk en de Oostelijke  ringweg A10.
In Westelijke richting liep de weg onder de naam "Acker Weg" tot Nieuwerkerk vlak bij Vijfhuizen bij het Lukte Meer.


 
In dat gebied had je de onder andere de Rieker polder, de Middelveldse Aker polder en De Sloter polder.
 
Wat meer naar het Noord-Westen lag het dorpje Oostdorp of Osdorp.
Bron: Onbekend


Het ingepolderde gebied raakte bevolkt en werd bewoond door hardwerkende kweekers en tuinders en het landschap werd gedomineerd door broeikassen.
Wat is de oorzaak dat dit vredige agrarische tuindersgebied in zeer korte tijd een woonwijk werd?



De Sloterpolder in 1935: tuinders met kassen.

 


Typisch beeld van de Sloterpolder rond 1935. Nu ongeveer waar het Rembrandtpark ligt. Op de achtergrond de Augustinuskerk aan de Postjesweg, waar nu verzorgingshuis Nieuw Vreedenburgh ligt. Bron: www.historischarchiefdebaarsjes.nl/


Sloterpolder waarschijnlijk jaren 50.




Van Agrarische polder tot mondaine woonwijk.
In 1984 wilde de gemeente van Amsterdam de Olympische Spelen van 1992 naar Amsterdam halen.
Tegenkandidaat was Barcelona.
VVD politicus Henk Vonhoff werd voorzitter van dit comité en vanwege de gunstige ligging werd als locatie voor het Olympisch Dorp het tuindergebied bij Sloten in de Sloterpolder gekozen dat later "Nieuw Sloten" zou worden genoemd. Ze hadden 7 jaar de tijd om het te realiseren.

Vanaf 1985 werd begonnen met de onteigenings-procedure en met de ontruiming van het gebied.
Het was nogal een klus om al de glasscherven van de broeikassen, die bij het slopen waren ontstaan, uit de grond te verwijderen.
De grond werd snel bouwrijp gemaakt, wegen werden geprojecteerd, een nieuwe tramlijn werd aangelegd (lijn 2), communicatiekabels, riool, waterleiding, kortom infrastructuur, alles werd voortvarend aangepakt.

Maar helaas....
Uiteindelijk zijn de spelen toegekend aan Barcelona en Nieuw-Sloten werd geen Olympisch dorp.
De reeds gedane investeringen konden worden verantwoord door er een woonwijk van te maken.

Amsterdam geeft het echter niet op, want ze hebben weer de ambitie om in 2028 de Olympische spelen te herbergen... ben benieuwd welk nieuw stadsdeel daaruit zal ontstaan.

 
De voormalige Sloterpolder bevat nu onder andere het stadsdeel Nieuw-Sloten.
Ontwerp van architekt Sjoerd Soeters, geïnspireerd op traditionele klederdracht.
Bijnaam: "zeeuws meisje".
Bron: niet bekend
 
Nieuw Sloten werd een modern stadsdeel met interessante architektuur, afgewisseld met bijzondere biotopen en boeiende natuur.
Opmerkelijk: Alle straten zijn genoemd naar streken, dorpen en steden in België.

De woningen zijn over het algemeen van goede kwaliteit en comfortabel, de wijken zijn ruim opgezet en de vierkantemeter prijzen voor woningen zijn bijzonder gunstig te noemen t.o.v. het Centrum en Amsterdam-Zuid.

Er wonen relatief veel tweeverdieners en jonge gezinnen.



Nieuw Sloten: Archtiekten Duinker en van der Torre.
 


HAARLEMMERMEER


Een formidabele watermassa beweegt zich richting Amsterdam


Maar dat was vroeger anders...
Het gebied van de Sloterpolder werd regelmatig bedreigd door het "Helle Meer" of de "Waterwolf" tijdens stormen.
Het was ook bekend onder de naam "het Haarlemmer Meer": een formidabele wateroppervlakte gevormd door diverse met elkaar verbonden meren ten Zuid-Westen van Amsterdam.
Het inspireerde schrijvers, dichters en schilders.
Bijvoorbeeld: het gedicht "De Waterwolf" uit 1630.
Maar ook: "Op het uitmalen van den Haarlemmer Meer" door Joost van den Vondel uit 1642.
Het was de grootste waterplas van Holland.

Bron: Nationaal Archief
 
De Haarlemmermeer was vroeger tot ongeveer 1850 een immense wateroppervlakte van 18500 hectare (!) ten Zuid-Westen van Amsterdam, die de Amsterdammers regelmatig nachtmerries bezorgde. Het gebied waar ik nu woon, de Sloterpolder, was bijzonder kwetsbaar voor overstromingen tijdens stormen.



Jan van Goyen 1656
Gezicht op de Haarlemmermeer
(Storm op komst)

De wateroppervlakte was eigenlijk een verzameling van meerdere meren, waar onder het Spiering Meer, het Haarlemmer Meer, het Oude Meer, Het Nieuwe Meer en het Leythen Meer. ('Leythen' is een oude vorm voor 'Leiden').
De rivier de Spaarne vormde de afwatering van de Haarlemmermeer naar de Noordzee.



Schepen op het Spieringmeer 17e eeuw.
Ludolf Backhuysen
Aangekocht door gemeente Haarlemmermeer.
 

 
Vooral met Zuid-Wester storm ontstonden er gevaarlijke overstromingen en soms werden hele dorpen opgeslokt door het water  zoals Nieuwekerk, Rietwijk, Rijk en Vijfhuizen.
De Sloterpolder ligt tussen de Haarlemmermeer en Amsterdam.


West Nederland voor de drooglegging.
Bron: Nationaal Archief
Het water rukte steeds verder op richting Amsterdam door de overwegend Zuid-Westelijke windrichting, waarbij de oevers werden afgekalfd en de watermassa in Noord-Oostelijke richting oprukte.

Niet alleen verschoof de kust van het meer naar het Noord-Oosten, maar ook de stad Amsterdam breidde uit naar het Zuid-Westen.
 
De Amsterdammers en vooral de bewoners van de polders in het Zuid-Westen, voelden zich bedreigd.
Het poldergebied rond het dorpje Sloten stond regelmatig onder water.
Er moest iets gebeuren, de Haarlemmermeer kwam daardoor op de nominatie om drooggelegd te worden.
 


Ten Zuid-Westen van Amsterdam lag een enorme wateroppervlakte van 18500 hectare!
De Haarlemmermeer.
Topografische Militaire Kaart, 1850-1864
Bron: Nationaal Archief



Het gebied rond de Sloter polder. Het Haarlemmermeer wordt aangeduid als "Helle Meer".
Het stond in open verbinding met het Spiering Meer, het Oude Meer en het Nieuwe Meer.
Het Lutke Meer was toen nog niet ingepolderd.
Opmerkelijk: Het gebied ten Westen van de Sloter polder en ten Noorden van het Lutke meer heet "Oostdorp", later is het verbasterd tot Osdorp, hoewel het niets met Ossen te maken heeft.
Het gebied lag namelijk ten Oosten van Haarlem.
Bron: Nationaal Archief (Hoogheemraadschap van Rijnland uit 1746)
 


Storm op de Haarlemmermeer, het kon er flink spoken!
Onbekende artiest
onbekende bron
Al in de 18e eeuw (J.A. Leeghwater) treft men uitgewerkte plannen voor de drooglegging van de Haarlemmermeer.

Vroeger heette een polder een 'droogmakerij'.

De eerste droogmakerij van Nederland het 'Achtermeer' was ten zuiden van Alkmaar en die viel in 1533 droog. Bron: Wikipedia

De Beemster, ten Noorden van Amsterdam bij Purmerend in Noord-Holland was in 1612 droogevallen.
Aanvankelijk was de Beemster een binnenzee, die in open verbinding met de toenmalige Zuiderzee stond.
Op 19 mei 1692 was de Beemsterpolder helemaal droog en was de huidige droogmakerij De Beemster een feit
Het was vooral dankzij de puissant rijke handelaren uit de 17e eeuw dat de drooglegging toen gerealiseerd kon worden.
 

De gebruikelijke techniek was met getrapte bemaling door windmolens het water uit het meer leegpomp en in een ringvaart dumpen waarmee het naar groot water werd afgevoerd.
Indien het water over een grotere hoogte moet worden verplaatst dan wat één molengang maximaal aan kan, dan worden meerdere opeenvolgende molengangen gebouwd.
Dit komt vooral voor bij diepgelegen polders. Dit wordt 'getrapte bemaling' genoemd. Als er ook nog door een molen uit een diep gedeelte van de polder gemalen wordt, heet deze molen een putmolen. In de praktijk bestaat een molengang uit drie of vier trappen met soms een putmolen:
  • de ondermolen maalt het water vanuit de polder in de onderboezem;
  • de middenmolen maalt het water uit de onderboezem in de tussenboezem;
  • de bovenmolen maalt het water uit de tussenboezem in de ringvaart.
  • de strijkmolen maalt het water van de ene boezem naar de andere boezem. (Bron: wikipedia)

Molengang.
Bron: onbekend


Hoewel bewoners al honderden jaren last hadden van de Haarlemmermeer, gaven berekeningen aan dat leegpompen met de tot dan toe gebruikelijke techniek van een molengang met windmolens voor de Haarlemmermeer financiëel niet haalbaar was.
 
Pas ten tijde van de industriële revolutie met de opkomst van de stoommachine, werd het financiëel en technisch haalbaar om zo'n grote oppervlakte in te polderen.

Het ging in de 18e eeuw minder met de economie en in Europa vonden grote politieke veranderingen plaats, in Engeland ontpopte zich de industriële revolutie.
 
 
NAPOLEON BONAPARTE

De Fransen hadden begin 19e eeuw zo'n beetje heel Europa bezet onder Napoleon Bonaparte.

Nederland was ook bezet door de Fransen.
 
Echter de bezette landen vormden met Engeland een coalitie en in 1813 overwonnen zij de Fransen in de slag bij Leipzig.

De Fransen trokken zich terug uit de Nederlanden, Napoleon werd verbannen naar het eiland Elba en de Nederlanden zochten een bekwame leider.
Willem I was de zoon van stadhouder Willem V en heette aanvankelijk Willem VI.
Zijn moeder was Wilhelmina van Pruisen.

In Londen was hij per brief uitgenodigd als "soeverein vorst" de regering op zich te nemen. De brief was afkomstig van het Driemanschap van 1813, 3 Haagse notabelen.

KONING WILLEM I
 
Koning Willem I werd na de Nederlaag der Fransen koning van Nederland en België en hertog van Luxemburg.  
Koning Willem I ontpopte zich als een man met een visie die veel moeite deed om de armoede in de Nederlanden aan te pakken.

Hij was de grondlegger van onze grondwet.

Doordat hij in Engeland in aanraking was gekomen met de welvaart die voortkwam uit de industriële revolutie met de stoommachine, meende hij dat de economie het beste kon worden aangeslingerd door een goede infrastructuur en een sterke industrie op te bouwen.

Hij liet vele kanalen graven waaronder het Noord-Hollands kanaal en de Willemsvaart bij Zwolle, en de Zuid-Willemsvaart van den Bosch naar Maastricht.

Willem I liet ook meren en binnenzeeën inpolderen waaronder de Haarlemmermeer.

Ook was hij de motor achter de aanleg van spoorwegen in Nederland.

Hij investeerde vaak persoonlijk in de projecten.
 
Om de invloed van de Fransen te onderdrukken wilde hij dat iedereen in de Nederlanden het Nederlands als voertaal zou hanteren.

Bij de Franstalige Belgen viel dat verkeerd en mede daardoor volgden er opstanden, uiteindelijk scheidde België in 1839 zich af van Nederland.
 
In datzelfde jaar 1839 tekende Willem I de wet tot drooglegging van de Haarlemmermeer.


KONING WILLEM II
 
Willem I trad af en werd in 1840 opgevolgd door zijn zoon Willem II.

Willem II was gehuwd met de Russische grootvorstin Anna Paulowna.

Willem II steunde in 1848 Thorbecke en Donker Curtius bij het tot stand brengen van de nieuwe Grondwet waardoor de koning minder macht kreeg.

Willem II overleed kort na invoering van de nieuwe grondwet in 1849.




Op 5 mei 1840 begon men in Treslong, een wijk in Hillegom vernoemd naar een kasteel dat daar stond, de ringvaart en haar dijken te graven.



Voormalig Treslong
Aan de "binnenkant" (=polderkant) van de ringvaart bij Hillegom ligt nu Beinsdorp.






In 1848 was het meer volledig omringd door de ringvaart en haar beide dijken.

 
 
bron: http://www.haarlemmermeer-geschiedenis.nl/page/115/cruquius-nicolaas-samuel.html
 
De ringvaart werd met de hand uitgeschept door arbeiders, het was bijzonder zwaar werk onder moeizame omstandigheden. 
 
Men pompte vervolgens het water uit het meer in de ringvaart.
Daarbij worden voor het eerst stoomgemalen gebruikt. (De Leeghwater, de Lijnden, de Cruquius).





Stoomgemaal Leeghwater aan de Lisserdijk bij Buiten Kaag bij de Kagerplassen. Bron: Jan Wies




Stoomgemaal Lijnden te Lijnden
Bron: Studio Koning



Gemaal de Cruquius te Cruquius
Nu een museum


KONING WILLEM III

De oudste zoon van Willem II  en Anna Paulowna nam het bewind over volgde zijn vader op na diens overlijden in 1849.
Hij staat niet bekend als een man met visie zoals zijn grootvader.
Hij was een omstreden figuur, hij zou niet optimaal hebben gefunctioneerd.
Hij had moeite met de verminderde macht van de koning na de grondwetswijziging.
De opkomst van het socialisme leidde tot anti-koningshuis gevoelens.
Onder zijn bewind werden de plannen van Willem I, zijn grootvader, voltooid.
Willem III overleed in 1890.

Op 4 augustus 1852 vermeldt de Staatscourant dat de Haarlemmermeer droog is.


Het wapen van de gemeente Haarlemmermeer.
Het voormalige water en de gwassen die er nu verbouwd worden


De Spaarne verzorgde de afwatering van de ringvaart om de ingepolderde Haarlemmermeer en mondt via een sluis in Spaarndam uit in het Noordzeekanaal.

Een andere afwatering vindt plaats naar de Noordzee via Katwijk.

De ringvaart staat in open verbinding met onder andere: De Nieuwe Meer in Amsterdam, met de Westeinderplassen in Aalsmeer, het Braasemermeer, de Kagerplassen, Bij Halfweg (Zijkanaal F) via een sluis met het IJ.

Niet alleen was de dreiging van overstroming voor Amsterdam voorbij, maar er ontstond ook bouwland van 18500 hectare op de voormalige bodem van het Meer.
Het land werd verkaveld en er kwamen pionier-boeren om het land te bewerken.














Aanvankelijk hebben zij zeer zware tijden gekend met grote armoede en epidemieën.

Er ontstonden gehuchten en dorpen en oude dorpen waar nieuw leven werd ingeblazen (Hoofddorp, Nieuw Vennep, Abbenes,Vijfhuizen, Beinsdorp, Rijk, Burgerveen) die verbonden waren via slechte onverharde modderige wegen en lange, rechte kanalen.












Lange rechte trekvaarten en wegen
landbouw en veeteelt


Aanvankelijk werden in de polder de agrarische producten via de vaart met een schuit en jaagpaard vervoerd.

Op de ringvaart voeren stoomboten.

Er onstond echter behoefte aan sneller openbaar vervoer voor het vervoeren van de gewassen en de personen.

Niet alleen de steden en dorpen IN de polder, maar zeker ook aan gene zijde van de ringvaart zijn van belang geweest voor de ontwikkeling van de polder.

Begin 20e eeuw kwam de spoorlijn in de Haarlemmermeer: de verbinding met de wereld buiten de ringvaart van de nieuwe polder:

KONINGIN EMMA

De jongere vrouw van Willem III is van 1890 tot 1898 regentes geweest omdat haar dochter Wilhelmina (op dat moment 10 jaar) nog niet meerderjarig was.
Emma deed veel moeite om de goodwill van het koningshuis te herstellen en zette zich bijvoorbeeld in voor de tuberculosebestrijding.

KONINGIN WILHELMINA

In 1898 werd haar dochter Wilhelmina meerderjarig en daarmee koningin der Nederlanden.
Ze regeerde 50 jaar tot 1948.

Tijdens haar regeerperiode waren er 2 wereldoorlogen.
In deze periode werd ed Haarlemmermeerspoorlijn aangelegd, qua timing een ongelukkige episode.

De 1e wereldoorlog van 1914 tot 1918 waarin Nederland neutraal bleef en waarbij Duitsland, maar nog belangrijker, het Ottomaanse rijk door de geallieerden werd verslagen.
Tijdens de 1e wereldoorlog werd met de aanleg van de Haarlemmermeerspoorweg begonnen.
kenmerken: Grote financiële problemen en honger.
Een grote toestroom van Belgische vluchtelingen omdat België wel betrokken was bij de oorlog.
Torpedering van Nederlandse koopvaardij- en vissersschepen;
Strenge controle op zee van de in- en uitvoer door Nederlandse schepen wat de handel afremde. Voedselschaarste, met name in de grote steden, leidt in 1918 tot rellen (aardappeloproer).

Het interbellum: van 1918 tot 1940.
De overwonnen gebieden werden verdeeld onder de geallieerden, de zogenaamde mandaatgebieden.
Het Ottomaanse rijk werd gedecimeerd tot het huidige turkije en Duitsland werd grondgebied afgenomen en moest veel herstelbetalingen verrichten wat uiteindelijk leidde tot een mega inflatie.
Een brood kostte miljoenen Reichsmark.
Recessie in de hele wereld.
1929 de beurscrach, een wereldcrisis ontstaat: armoede en honger.
Dit was mede oorzaak van het feit dat de Haarlemmermeerspoorlijn verlies leed.
Opkomst van het fascisme en nazisme: Mussolini en Hitler.

De 2e wereldoorlog waarbij Nederland betrokken raakte doordat Duitsland in 1940 ons land binnenviel.
Grote armoede, hongersnood en economische recessie waren het gevolg.
Dit zou wel eens de genadeslag voor de Haarlemmermeerspoorlijn kunnen zijn geweest.
Koningin Wilhelmina moest vluchten naar Londen vanwaar zij het verzet middels radiotoespraken steunde.

In 1945 capituleerde Duitsland.

Deze 2 oorlogen hebben vermoedelijk een grote negatieve invloed op de bouw en ontwikkeling van de Haarlemmermeerspoorlijn gehad omdat de kosten van de aanleg aanzienlijk hoger uitkwamen dan voorzien was en omdat er minder gereisd werd dan gepland.



DE HAARLEMMERMEERSPOORWEG

Bureaucratie van de overheid en de eerste wereldoorlog maakt de aanleg duurder.

 
In 1898 werd de Hollandsche Electrische Spoorwegmaatschappij (HESM) opgericht, met als zetel Amsterdam. Op 22 juni 1898 werd hiervoor de Koninklijke (Wilhelmina) goedkeuring verkregen. Doel van de maatschappij was in eerste instantie de de aanleg en exploitatie (of in overleg met de Minister van Waterstaat doen exploiteren) van een lokaalspoorweg Amsterdam (-Sloten)-Haarlem. Hiervoor was reeds op 16 november 1897 een concessie verleend aan dhr. T. Sanders, die na de oprichting van de HESM werd benoemd tot directielid van de maatschappij.
Zijn concessie werd bij de oprichting door de maatschappij overgenomen. Daarnaast het exploiteren van aan anderen toebehorende vervoermiddelen in Nederland en aangrenzende landen. Vanaf de statutenwijziging in 1903 was de maatschappij tevens bevoegd tot het leveren van elektrische stroom voor licht- en krachtdoeleinden en zaken die volgens de Raad van Commissarissen met de voorgeschreven werkkring in verband stonden.
 
Naast het doel om een elektrische lokaalspoorweg aan te leggen op het traject Amsterdam-Haarlem, ontstonden er al gauw plannen voor het aanleggen van diverse tramwegen in de Haarlemmermeer en omgeving:
- een spoorweg van Amsterdam over Aalsmeer, Hoofddorp, Venneperdorp en Oude Wetering naar Leiden,
- een spoorweg van Hoofddorp naar Haarlem,
- een spoorweg van Aalsmeer over Uithoorn, Mijdrecht, Wilnis en Vinkeveen naar Nieuwersluis,
- een spoorweg van Amstelveen over Uithoorn, Nieuwveen en Aarlanderveen naar Alphen a/d Rijn. 
 
Uiteindelijk werden op deze trajecten geen tram- maar lokaalspoorwegen aangelegd. Van het idee van elektrische tractie stapte men echter af, de spoorwegen werden gewoon bereden door stoomtreinen. Naast deze trajecten had men plannen om een tramweg aan te leggen van Alphen over Waddinxveen naar Rotterdam. Deze is uiteindelijk echter niet aangelegd. 
 
De realisatie van de Haarlemmermeerplannen verliep voorspoediger dan die van het oorspronkelijke plan voor de spoorweg Amsterdam-Haarlem.

Na lang en vruchteloos onderhandelen met de gemeente Amsterdam en de Minister van Waterstaat, over de richting van de spoorweg, werd de onteigeningswet voor de spoorweg op 12 januari 1903 ingetrokken.

Al snel werd er een nieuwe concessieaanvraag gedaan door een aantal zakenlieden uit Amsterdam, die voor dat doel de Electrische Spoorwegmaatschappij (ESM) hadden opgericht. Met deze maatschappij heeft de HESM nog diverse malen aan de onderhandelingstafel gezeten in verband met de kruising van spoorwegen.

Gevolg van de intrekking van de onteigeningswet was, dat de plannen voor de spoorweg Amsterdam-Haarlem konden worden losgemaakt van de plannen voor de Haarlemmermeerlijnen.

Over deze laatste spoorweg werden direct nieuwe plannen naar de regering, provincies en gemeenten gestuurd.

De voortgezette onderhandelingen over de spoorweg Amsterdam-Haarlem bleven zonder resultaat en na een aantal verlengingen werd de concessie op 19 juni 1909 definitief ingetrokken.
Inmiddels had men per 16 februari van datzelfde jaar een concessie weten te verwerven voor de Haarlemmermeerspoorwegen en kon begonnen worden met de aanleg van:
- Aalsmeer-Haarlem (in gebruik genomen op 2 augustus 1912)
- Hoofddorp-Leiden (in gebruik genomen op 2 augustus 1912)
- Aalsmeer-Amsterdam, met een zijtak richting Haarlem (in gebruik genomen op 1 mei 1915)
- Aalsmeer-Uithoorn (in gebruik genomen op 1 juli 1914)
- Bovenkerk-Uithoorn (in gebruik genomen op 1 mei 1915)
- Uithoorn-Alphen a/d Rijn (in gebruik genomen op 1 augustus 1915)
- Uithoorn-Nieuwersluis, met een zijtak richting Alphen a/d Rijn (in gebruik genomen op 1 december1915)
- Nieuwveen-Ter Aar (in gebruik genomen op 2 februari 1918; N.B. de overeenkomst voor het aanleggen van deze spoorweg werd pas gesloten op 13 maart 1917) .
De Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij (HSM), die er in 1901 in was geslaagd om via een tussenpersoon alle aandelen HESM op te kopen, nam de exploitatie van bovengenoemde spoorwegen op zich.

Deze exploitatie leverde echter verlies op, aangezien de gemaakte kosten veel hoger uitvielen dan de behaalde winst. De 1e wereldoorlog wordt als één van de oorzaken gezien.
Per 31 december 1935 zegde de HSM het exploitatiecontract op.

Op last van de Minister van Waterstaat werd per 1 januari 1936 het verkeer op de spoorwegen Hoofddorp-Leiden, Uithoorn- Alphen a/d Rijn en Nieuwveen-Ter Aar volledig stopgezet en mochten op de spoorwegen Haarlem-Hoofddorp- Uithoorn-Nieuwersluis en Aalsmeer-Uithoorn alleen nog goederen vervoerd worden (op de laatste spoorweg was dit reeds met ingang van 6 oktober 1935 het geval).

De spoorwegen Haarlem-Nieuwersluis, Amsterdam-Uithoorn en Aalsmeer-Amsterdam werden aan de HSM verkocht. De HESM ging met ingang van 1 januari 1936 in liquidatie.
Bron: Het Utrechts Archief.


De eerste ging diagonaal dwars door de polder van van Haarlem via Hoofddorp naar Aalsmeer in 1912. 

De overige lijnen werden tussen 1912 en 1915 in gebruik genomen.

De in gebruik stelling was midden in de 1e wereldoorlog (1914-1918), die in 1918 zowel de Duitsers als het Ottomaanse rijk op de knieën dwong.

De Duitsers moesten enorme herstelbetalingen verrichten en het Ottomaanse rijk werd teruggebracht tot het huidige Turkije, de rest van hun territorium werd verdeeld onder de geallieerden als "mandaatgebieden".


Ingaande 1936 werden de meeste dienstregelingen alweer gestaakt (ze bleken onrendabel: waarschijnlijk mede door de beurskrach recessie van 1929).

In 1950 volgde de buitengebruikstelling van de resterende lijnen.

Het station te Uithoorn bleef nog tot 1986 als goederenoverslagplaats in gebruik.

De in 1909/1910 gebouwde spoorbrug over de Amstel kreeg in 1993 weer een functie als busbaan. (Bron: Het Noordhollands Archief)

In datzelfde jaar 1910 werd de lijn Hoofddorp - Leiden geopend.

Ook Amsterdam (station Willemspoort) kreeg een verbinding, vervolgens andere belangrijke steden die buiten de Haarlemmermeerpolder lagen zoals Leiden en Alphen aan de Rijn.


Het gebied binnen de rode cirkel wil ik uitbeelden in model.


In de Haarlemmermeerpolder zelf lag niet al het spoor van de Haarlemmermeerspoorweg, veel van het traject lag ook buiten de polder en vormde de verbinding met de rest van Holland.
Ten Oosten / Zuid-Oosten van de Haarlemmermeer, lag een veengebied.
De belangrijkste plaats was Aalsmeer.
Aalsmeer grenst in het Zuiden aan de Westeinderplassen, die zijn (nog) niet drooggelegd en staan in open verbinding met de ringvaart, daar ontbreekt de buitendijk dus.
Aalsmeer werd ook regelmatig bedreigd door het stuwende water van het Haarlemmermeer.



Aalsmeer had nauwelijks bescherming tegen het formidabele Haarlemmermeer.
Bron: WatWasWaar

Verder naar het Oosten vanaf Aalsmeer lag de Kwakel en nog wat verder Uithoorn, een tamelijk belangrijke plaats aan de Amstel.
Dit traject is tegenwoordig de provinciale weg N196 oftewel de Koningin Máximalaan.
Ten Noorden van Uithoorn lag de Legmeer plas.
In dezelfde tijd van de droogmaking van de Haarlemmermeer werd een particulier initiatief ontwikkeld om de Legmeerplas in te polderen. 
De definitieve plannen tot drooglegging werden rond 1880 uitgevoerd.
Eerst ontstond de Noorder Legmeerpolder en later de Zuider Legmeerpolder.
Ze werden gescheiden door een dijk die aan het eind van de 19e eeuw onderdeel ging uitmaken van de Stelling van Amsterdam.
De Haarlemmermeerspoorlijn van Uithoorn naar Amsterdam had onderweg een halte in de Noorder Legmeerpolder.

Dit gebied viel onder het Hoogheemraadschap Amstelland.


De H.E.S.M. exploiteerde de Haarlemmermeerspoorlijn maar het bleef uiterst moeilijk om de lijn rendabel te krijgen.

In de jaren 30 na de NewYorkse beurskrach ontstond wereldwijd een crisis en men neemt aan dat die een rol speelde in het sluiten van een aantal lijnen.

Toen ik mij er in verdiepte was ik verbaasd over de mooie stationsgebouwen die deze maatschappij op deze bescheiden lijn had laten bouwen.

Door verharding van de modderige wegen konden er autobussen gaan rijden die een forse concurrentie voor het personenvervoer per trein betekenden.



HAARLEMMERMEER NU


Kloppend hart van West-Nederland.

Hoewel de landbouw een belangrijke basis vormde voor de economische opbouw, bleef het daar niet bij.
Aanvankelijk heerste er grote armoede en ziektes, niet alleen de spoorlijn had het zwaar, maar ook de bewoners.
Maar ze gaven het niet op en er volgde een verrassende ontwikkeling.
In de jaren na 1920 ontstond ten noorden van het dorpje 'Rijk' op de bodem van het voormalige meer een vliegveldje met de naam Schiphol.
Mensen als Plesman en Fokker waren een belangrijke drijfveer.


Opmerkelijk genoeg was er tot WOII geen directe treinverbinding tussen Schiphol en de Haarlemmermeerspoorlijn.
De Duitsers zagen onmiddellijk het belang in van een spoorlijn bij Schiphol toen ze ongevraagd de grens overstaken in de jaren 40.

In 1941 legden Duitsers een spoor aan van de Aalsmeerderweg naar Schiphol. 
Datwerd toen een 'Fliegerhorst', een militair vliegveld, waar bommenwerpers stonden om Engeland te bombarderen.
In eerste instantie werd het vliegveld bevoorraad vanaf het emplacement Amstelveen.
Iets ten Noorden van de voormalige Vijfhuizerweg (nu Ten Pol) lag een klein emplacementje.
Er lagen omloopsporen, met links de hoofdlijn naar het vliegveld, die eindigde op het platform van het oude Schiphol.

Er is in de 70er jaren ook een directe verbinding geweest met de Haarlemmermeerlijn via het tijdelijke emplacement bij het Jollenpad (even ten zuiden van de A10) in Amsterdam-Zuid aan de Nieuwe Meer.
Op 20 december 1978 werd het eerste deel van de Schiphollijn geopend.
Emplacement bij Jollenpad 1977
Kijkende in Noordelijke richting ziet men in de verte de A10 en het Olympisch stadion.
Links ligt de Nieuwe Meer, rechts ligt Buitenveldert.
Nu rijdt hier de Electrische Museum Tram
Bron: Peter Collet

Tegenwoordig is Schiphol een wereldspeler op het gebied van luchtvaart.

Een andere belangrijke stad aan de Haarlemmermeerspoorlijn is Aalsmeer.
De bloemenveiling en de TV studio's van ENDEMOL bieden duizenden mensen werk.

Helaas is de vliegtuigfabriek van FOKKER in 1996 van het toneel verdwenen.
Op 15 maart 1996 ging Fokker Aircraft failliet. Bijna 5000 hoog gekwalificeerde medewerkers raakten hun baan kwijt.

Tegenwoordig lopen er belangrijke verkeersaders door de polder: de A4 en de A5 maar ook de A9 en Schiphol en Hoofddorp vormen een krachtige economische motor in de regio.

Er is voor een deel gebruik gemaakt van de oude spoordijken van de Haarlemmermeerspoorlijn om de nieuwe Schiphollijn tussen Amsterdam en Schiphol aan te leggen. Een niet geheel onomstreden project.

Ook de Hoge Snelheids Lijn (Thalys) van Amsterdam naar Brussel loopt door de polder.
Thalys
Bron: wikipedia
De ringvaart en de aanliggende plassen spelen tegenwoordig een belangrijke rol in de watersportrecreatie van West-Nederland.


De volledigheid dwingt ons om nog een omstreden project te noemen, dat door veel bewoners in de Haarlemmermeer als een kostbare vergissing wordt gezien.


Een kostbaar snaarinstrument
Bron: onbekend

De vermaarde Spaanse architect Santiago Calatrava kreeg in 1999 van de gemeenteraad de opdracht om drie bruggen te ontwerpen over de Hoofdvaart.
Hij ontwierp drie witte tuibruggen.
De tuikabels kunnen worden opgevat als snaren.
De bruggen kregen de namen Harp, Citer en Luit.
De bruggen werden in 2004 geopend door Koningin Beatrix.
Binnen een jaar bleek met name één van de bruggen ernstig te roesten.
Ook kwamen er problemen met verlichting en staal- en de betonconstructie aan het licht.

In goed Nederlands: de bruggen desintegreren waar je bijstaat.
De reparatie is kostbaar ook al door het juridische geschuif met de zwarte piet tussen de aannemer en de gemeente over wie er nu verantwoordelijk voor is.

De werkelijke bouwkosten werden geschat op tot ruim 24 miljoen euro.
Bovendien belopen de jaarlijkse terugkerende onderhoudskosten 1 miljoen euro.

Toen berekende men dat het project € 28,8 mln heeft gekost (exclusief de uitkomsten van de nog lopende meerwerk- en stagnatieclaims en de rente en kosten daarvan).
Rekenkamercommissie Haarlemmermeer "Onderzoek kostenoverschrijding Bruggen over de Hoofdvaart" 18 december 2005 zegt in haar rapport:
"Uiteindelijk heeft het project € 28,8 mln gekost (exclusief de uitkomsten van de nog lopende meerwerk- en stagnatieclaims en de rente en kosten daarvan). De kostenoverschrijding bedraagt daarmee tenminste € 12,4 mln. "

De politieke partijen in de gemeenteraad geven elkaar de schuld.
De Volkskrant meldt 21/08/03:
"
'In januari 2003 hebben we de contracten nog nagekeken of we er niet onderuit konden', zegt Nel de Jong, fractievoorzitter van GroenLinks in de Haarlemmermeerse gemeenteraad. ' Over één brug wilden we nog wel praten, maar drie vonden we overdreven.
De PvdA heeft het project er gewoon doorgedrukt.'
"

FORZA, het programma van de VARA berekent dat het wel 39 miljoen heeft gekost.


Kortom:


De Haarlemmermeer, eens een verzameling meren die een dreiging vormden voor de Amsterdammers, is na het inpolderen uitgegroeid tot een van de belangrijkste economische drijfveren van West-Nederland.
Het Haarlemmermeerspoorlijntje heeft erg moeten ploeteren om zijn hoofd boven water te houden.
Het lijntje werd geboren tijdens de eerste wereldoorlog en kende zijn ondergang tijdens de tweede wereldoorlog.
Het heeft de economische littekens die daardoor ontstaan zijn, nooit helemaal kunnen laten helen.


Maar het lijntje is mijns inziens van historische betekenis voor de polder en de aftakkingen buiten de polder naar de grote steden als Amsterdam, Haarlem en Leiden vormden de essentiële levensaders toen er nog geen goede verharde wegen waren.

Het thema dat ik wil uitbeelden ligt welswaar buiten de Haarlemmermeerpolder, maar maakte wel deel uit van het Haarlemmermeerspoorwegnetwerk.


Graadpleegde bronnen:
* A.W.J. de Jonge, De Haarlemmermeerspoorlijnen in oude ansichten, Europese Bibliotheek, 1982.
* Cor Lücke, Haarlemmermeer 1852-2002, ené Mlliano,2002.
* Jacq. van der Meer, De Hollandse IJzeren Spoorweg Maatschappij, Uquilair, 2009.
* Wim Wegman, Sporen, HDC Media, 2010.
* Wim Wegman, Sporen 2, HDC Media, 2011.
 

DE KEUZE VAN MIJN THEMA


Als thema wil ik proberen Legmeerpolder - Uithoorn in de periode tussen jaren 30 en 70 uit te beelden.


Zwarte lijn: Het gedeelte van de Haarlemmermeerspoorweg dat ik wil uitbeelden in model.
Het traject Uithoorn - Legmeerpolder.



Voor het hoofdstation heb ik gekozen voor station UITHOORN (het zgn. type HESM-I zie ook: Amstelveen, Mijdrecht, Nieuwkoop, Nieuwveen, Aanlanderveen, etcetera.)
Die bouwstijl spreekt mij heel erg aan.

Angelo Kinket bouwt (bouwde?) hetzelfde thema in een kleinere schaal.
Hij heeft ook het seinhuis gerealiseerd.
Ik heb getracht om contact met hem te krijgen, maar het is mij tot op heden nog niet gelukt.
Een andere spoor 0 modelbaan met het thema Haarlemmermeerspoorlijn is te vinden op http://nulspoor.blogspot.com/2008_04_01_archive.html van Paul de Goede en een zekere "E-P".





Bron: Nationaal Archief



Het gebouw van het voormalig station Uithoorn huisvest momenteel restaurant "Het Oude Spoorhuis". http://www.spoorhuis.nl/

Ik vond het een prachtig gebouw en zag het als een ideaal thema voor mijn volgende modelbaan.

Ik was daar een kopje verrassend goede espresso met een veel te lekkere appeltaart gaan nuttigen en ik werd op slag verliefd.


Ik had geen zin om dagenlang in het Nationaal Archief te zoeken naar bouwtekeningen maar ik had geluk: via de sympathieke eigenaar Hans Stienstra kon ik een kopie van de originele bouwtekening bemachtigen.
Verder heb ik rondom wat foto's gemaakt voor de details.





2010: De straatgevel is witgepleisterd, de perrongevel is nog originele baksteen.
Er staat achter Het Oude Spoorhuis ook een schattige Sik (NS serie 200) op de stoep geparkeerd.



Museum SIK te UITHOORN

De voormalige spoorbaan volgend in Westelijke richting kwam je langs de locomotiefloods met kolenbumnker, vervolgens eerst bij halte Zijdelweg.
Iets verderop lag vroeger een wissel.
Rechtdoor in Westelijke richting ging het naar De Kwakel en dan eindstation Aalsmeer.

Afbuigend rechtsaf in Noordelijke richting was de toegangsweg tot Amsterdam.
Via halte Kanaalweg naar halte Legmeerpolder, Bovenkerk, Amstelveen kwam je uiteindelijk in het Haarlemmermeerstation in Amsterdam-Zuid.
Dat station heette toen trouwens 'Station Willemsparkweg'.

Hoewel de echte lijn dus na halte Legmeerpolder in Noordelijke richting doorging, kan ik dat in model niet uitbeelden, Legmeerpolder wordt zodoende bij mij een kopstation.
Door de ligging van mijn modelbaan is halte Legmeerpolder dan een logische keuze voor het rechtse station.
Legmeerpolder was een zogenaamd HESM-III type station. Helaas bestaat het niet meer.







Station Legmeerpolder HESM type III.
Het was een facultatieve halte.
Het gebouw droeg nummer 39.
Bron: Nationaal Archief


In Oostelijke richting ging het vanuit Uithoorn over de draaibrug van de Amstel naar , Mijdrecht, Wilnis en Vinkeveen.
Vlak na de Amsteldraaibrug lag een wissel die het spoor naar het Zuid-Westen leidde richting o.a. Alphen aan de Rijn.
Dat (overigens zeer interessante) traject is met de beschikbare ruimte bij mij niet haalbaar, maar vóórdat de lijn in UITHOORN de Amsteldraaibrug overstak, kon men via een wissel een bocht langs de Amstelkade naar het Noorden maken.
Het betrof een raccordement naar chemiebedrijf dat tegenwoordig CINDU heet.
Deze optie past beter bij de ruimte die ik heb om aan de linkerkant van mijn baan te kiezen.

Op mijn modelbaan wordt de situatie vanuit het Noorden in Zuidelijke richting uitgebeeld, d.w.z.: als je naar het station Uithoorn kijkt op mijn modelbaan, is links de aftakking naar CINDU en rechts de bocht naar Legmeerpolder.

Vroeger was er een aftakking naar Alphen aan de Rijn even voorbij de Amstel die later is weggehaald.
Er lag toen ook een dubbel spoor over de spoorbrug richting Wilnis/Alphen.

Vlak voor de Amstel was er een aftakking in Noordelijke richting naar het chemische bedrijf Cindu, dat vroeger o.a. Ketjen en TeerUnie heette die ik dus wel ga uitbeelden.

In het midden van mijn baan komt station Uithoorn.
Aan de uiteinden van de baan komen dan eenvoudige haltes. Het wordt een enkelsporig traject.
De rechtse halte (Legmeerpolder),  geef ik de mogelijkheid tot omlopen, hoewel het protoptype slechts een klein zijspoortje had. De de linkse halte (raccordement CINDU) krijgt vooralsnog geen wissels. Misschien maak ik er een schaduwstation van.

Dus van links naar rechts: in model wordt het CINDU , dan bocht naar rechts, Station Uithoorn, dan weer een bocht naar rechts Legmeerpolder.


Ik moet door ruimtegebrek wat concessies doen, zo moet ik de haltes 'Zijdelweg' en 'Kanaalstraat' weglaten en het sporenplan moet worden ingekort en vereenvoudigd in model.